Zit de mobiliteit van morgen op juiste spoor?

De mobiliteit van personen en goederen is een essentiële uitdaging voor onze samenleving. Door het verkeer van goederen en koopwaar mogelijk te maken, draagt ze ook bij aan onze economische welvaart. Voor het behalen van de klimaatdoelstellingen zijn alle ogen bovendien op de mobiliteit gericht. Maar hoever staan we in België? Hoe evolueert de gemiddelde transport gerelateerd CO2-uitstoot.

Tussen 1990 en 2030 leggen auto’s en vrachtwagens steeds meer kilometers af op de Belgische wegen. De uitstoot van vervuilende stoffen, behalve het broeikasgas CO2, zal echter afnemen dankzij technologische verbeteringen.

Welke uitdagingen moeten we aanpakken en, vooral, welke oplossingen moeten we implementeren?

Het wegverkeer blijft toenemen
In 1990 legden personenwagens 60 miljard kilometer af, in 2004 waren dat er al 80 miljard en in 2030 zullen het er volgens experts 100 miljard zijn. Dieselvoertuigen, hybride en conventionele, nemen daarvan een steeds groter aandeel voor hun rekening.

De groei in de afgelegde kilometers is groter voor vrachtwagens dan voor personenwagens. Vrachtverkeer evolueert van 5,6 miljard voertuigkilometer in 1990 tot 11,5 miljard in 2030.

Er zijn 10.491 transportbedrijven in België, dat is een stijging van bijna 4.54% ten opzichte van vorig jaar. Alles samen goed voor 86.131 voertuigen.

98% van al deze vrachtwagens worden aangedreven door diesel.  

In België stellen we vast dat het wegtransport 18,5% van de totale uitstoot van broeikasgassen vertegenwoordigt, en 20,8% van de CO2-uitstoot, wat ongeveer het equivalent is van de woningsector, maar minder dan de industrie en de energieproductie, beide samen goed voor bijna 50% van de totale CO2-uitstoot

99% van alle vervoerde goederen in België leggen minder dan 500 km af op de baan

De voorspellingen tot 2030 zijn opgesteld met een Europees transportmodel dat rekening houdt met het BNP (Bruto Nationaal Product), demografie en transportinfrastructuur. De voorspellingen zijn verder verfijnd in onderling overleg met experts van de FODMV, FEBIAC en TML.