Waterstofvrachtwagens ‘kunnen qua kosten nog niet concurreren’ met volledig elektrische voertuigen

Waterstofvoertuigen op brandstofcellen (FCEV\’s) zullen waarschijnlijk uitgesloten worden van de toekomstige omschakeling omdat ze qua kosten niet kunnen concurreren met hun directe elektrische tegenhangers, volgens een nieuwe analyse van de intergouvernementele denktank voor transport van de OESO, het International Transport Forum (ITF).

De hogere levensduurkosten van FCEV\’s in vergelijking met andere elektrische voertuigen zijn bijna volledig te wijten aan de hogere brandstofkosten, die op hun beurt te wijten zijn aan de energieverliezen die gepaard gaan met elektrolyse, zegt het ITF in zijn rapport Decarbonising Europe’s Trucks, waarbij het opmerkt dat FCEV’s in 90% van de onderzochte scenario\’s geen marktaandeel van meer dan 10% halen tegen 2050. Het rapport vergeleek de kosten van het aankopen en bezitten van een FCEV gedurende zeven jaar met batterij-elektrische voertuigen (BEV’s) en voertuigen met elektrische wegsystemen (ERSV’s), die gebruikmaken van een stroomvoorziening op de weg zoals bovengrondse kabels. Negen verschillende groepen eigenaren – waaronder vrachtwagens en tractoren – werden geanalyseerd.

Het rapport kwam niet met een definitieve levensduurprijs voor elk type, maar gaf toe dat er een hoge mate van onzekerheid was over een aantal variabelen voor alle voertuigen, waaronder de kosten van waterstofbrandstof.

In het beste geval zou de prijs van waterstofbrandstof drastisch dalen van €10,50 per kg aan de pomp vandaag tot slechts €1,5 per kg in 2050. Een prijs van €2,5/kg zou FCEV’s een kans geven om met BEV’s en ERSV’s te concurreren. Deze prijs zou afhankelijk zijn van hoge subsidieniveaus , en FCEV\’s zouden alleen succesvol zijn als de kosten van volledig elektrische equivalenten navenant zouden stijgen.

Bijtanken

FCEV’s zouden verder worden belemmerd door een gebrek aan tankinfrastructuur, waardoor de sector ook niet zou kunnen opschalen om de kosten te verlagen, aldus de ITF, die opmerkte dat de aanleg van infrastructuur sterk afhankelijk zou zijn van financiële steun uit de overheidsbegroting “tegen aanzienlijke kosten”.

Overheden die overwegen te investeren in een netwerk voor het tanken van waterstof lopen het risico met vastgelopen activa te blijven zitten als het tanken van waterstof niet voldoende opschaalt.

Er kunnen nichetoepassingen zijn in bijzonder \”uitdagende\” hoeken van de markt waar FCEVs goed in zouden zijn gepositioneerd, waaronder 70-tons zwaar transport, langeafstandsvervoer of bouwvoertuigen, voegde de ITF eraan toe, die opriep tot verder onderzoek naar deze gebieden.

“FCEV’s zouden slechts in een klein aantal uitzonderlijke gevallen kostenconcurrerend zijn, met zeer ambitieuze waterstofbrandstofkosten van minder dan €2,5 per kg (aan de pomp) en conservatieve scenario\’s voor andere technologieën,” aldus het rapport.

“Het gebrek aan kostenconcurrentievermogen op het grootste deel van de Europese markt betekent dat het bereiken van de noodzakelijke schaalvoordelen in de voertuigproductie om de aankoopprijzen van voertuigen te verlagen en een hoog gebruik van de tankinfrastructuur te garanderen een uitdaging zal blijven voor FCEV’s.”

In een worstcasescenario zouden de kosten van waterstofbrandstof slechts marginaal dalen tot €8,50/kg in 2050.