Iedereen spreekt over opgewekte kilowatturen, maar bijna niemand over wat er onderweg verloren gaat. Tussen een zonnepaneel en een elektrische vrachtwagen verdwijnt soms meer dan 25 % van de energie in kabels, omvormers, batterijen en laadsessies. Die verliezen zijn reëel, maar zelden zichtbaar — want ze staan in geen enkel rapport.
Bij Brugge Geeft Energie doen we dat anders. Wij berekenen voor elk project de Energy Loss Index (ELI): een eerlijk cijfer dat toont hoeveel van de opgewekte energie werkelijk bruikbaar blijft. Niet om iemand te beschuldigen, maar om samen beter te worden.
Een klassiek PV-project van 800 MWh levert in de praktijk vaak maar 580 MWh bruikbare energie. Dat betekent 220 MWh verlies, goed voor ongeveer € 55.000 per jaar aan gemiste waarde. We rekenen daarbij met een referentieprijs van *0,25 €/kWh – dat is wat een bedrijf vandaag gemiddeld betaalt voor aangekochte stroom. Elke kilowattuur die niet verloren gaat, bespaart dus 25 cent aan toekomstige kosten.
Door betere sturing, opslag en energiedeling kan de ELI dalen van 27 % naar minder dan 15 %. Dat verschil bepaalt of een project écht rendeert.
Wij geloven dat verduurzaming pas geloofwaardig is als ze meetbaar is. Geen marketinggrafieken, maar meetdata. Geen verstopte gemiddelden, maar open cijfers. Transparantie maakt de energietransitie sterker.
Bronnen
- Fraunhofer ISE – Photovoltaics Report 2023
- IEA PVPS – Task 14 Grid Integration of PV 2022
- NREL – Battery Energy Storage Study 2023
- EPRI – EVSE Efficiency Study 2022
- EnergyVille – Smart EMS Field Tests 2024
- TU Delft – eFleetLab Efficiency Benchmarks 2024
*Waarom 0,25 €/kWh?
De waarde van 0,25 €/kWh is gebaseerd op de gemiddelde vermeden kostprijs voor bedrijven in Vlaanderen die zowel eigen stroom opwekken als netstroom aankopen. Volgens marktdata van Elindus en EnergyVille (2024–2025) ligt de all-in elektriciteitskost tussen 0,22 en 0,28 €/kWh. Injectie in het net levert slechts 0,02–0,05 €/kWh op. Een kWh die je niet verliest en lokaal gebruikt, is dus 5 tot 10 keer meer waard. Het cijfer in de ELI-berekening is geen verkoopprijs, maar een reële economische vermijdingswaarde.